
Overgangswet W.V.O.
Artikel 44
1
Voor de exploitatiekosten van openbare en bijzondere scholen, als bedoeld in de artikelen 33, 35 en 37, wordt tot 1 januari 1969 geen vergoeding uit ?s Rijks kas verleend. De gemeenten blijven tot die datum in het genot van de uitkeringen krachtens de Financiële-Verhoudingswet 1960. De vaststelling van de uitgaven voor gemeentelijke scholen, bedoeld in artikel 88 van de Wet op het voortgezet onderwijs, vindt voor het eerst plaats over het jaar 1969.
2
De vaststelling van de uitgaven van openbare scholen voor voortgezet gewoon en uitgebreid lager onderwijs en de vaststelling en de uitkering van de gemeentelijke vergoedingen ten behoeve van de overeenkomstige bijzondere scholen, betrekking hebbende op de jaren, voorafgaande aan 1 januari 1969, vinden plaats volgens de Lager-onderwijswet 1920, met dien verstande dat de artikelen 55ter, tweede lid, 101, vierde lid, en 103, derde en zesde lid, van die wet worden toegepast over de jaren 1963 tot en met 1968.
3
Het tweede lid is niet van toepassing op de uitgaven en de vergoedingen, bedoeld in artikel 101bis van de Lager-onderwijswet 1920.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.